De knik

Om effectief kortdurend te kunnen behandelen is het belangrijk te beseffen dat het doel van de behandeling nooit ver weg kan liggen. In een eerder artikel beschreef ik al de oplossingsgerichte vraag die centraal zou moeten staan bij het bepalen van de richting van de behandeling, namelijk “wat wil deze cliënt in de behandeling bereiken om achteraf te kunnen zeggen dat deze behandeling de investering waard is geweest?”. Het antwoord op die vraag zou een beschrijving moeten zijn van een situatie waarin de cliënt weer regie heeft, in staat is voor zichzelf te zorgen en mijn hulp als behandelaar niet meer nodig heeft. Kortdurend behandelen is alleen maar mogelijk als behandelaar en cliënt het erover eens zijn dat dit punt binnen handbereik ligt.
Wanneer ik een cliënt voor de eerste keer spreek en hij mij vertelt waarom hij gekomen is, stel ik mezelf een belangrijke vraag, namelijk: waarom komt hij juist nu? En hoe meer klachten iemand heeft of hoe langer hij deze klachten al heeft, hoe relevanter deze vraag voor mij wordt. Er moet namelijk een punt zijn geweest waarop het hebben van klachten die voor de cliënt nog hanteerbaar waren, omsloeg naar dermate te lijden onder de klachten dat hij het idee had er zelf niet meer uit te komen. En dat is een belangrijk omslagpunt geweest. Dit is het punt waarop de cliënt veranderde van regisseur naar acteur, van iemand die ‘grip heeft’ naar iemand die ‘in de greep’ zit van zijn klachten.
Vaak ligt dit omslagpunt echter nog niet zo heel lang geleden. Door te vragen naar het ´waarom juist nu´ van de aanmelding, kun je proberen te achterhalen waar dit punt heeft gelegen. Dit punt noem ik de ´knik´. Kort door de bocht kun je zeggen dat de knik het punt is dat het verschil maakte tussen het wel of niet de hulp nodig hebben van een professional om om te kunnen gaan met de klachten die je hebt. Wanneer je als behandelaar weet waar de knik zat, heb je ook informatie over wat er veranderd is waardoor de cliënt het idee had dit niet meer alleen af te kunnen. En heb je mogelijk ook informatie over wat er veranderen moet om de cliënt terug naar dat punt van voor de knik te brengen, dat punt waarop hij zelf regie had en jouw hulp als behandelaar niet nodig had.
Voorbeeld
Een voorbeeld uit een behandelgesprek dat de relevantie van deze vraag illustreert. Een 31-jarige man komt met slaapproblemen, depressieve stemming en algehele rusteloosheid.
B: “U heeft me verteld wat de klachten zijn waarvoor u bent gekomen. Nu vroeg ik me even af, wat bracht u er uiteindelijk toe om u zich juist nu aan te melden voor een behandeling?”
C: “Ja het ging al een tijdje niet zo goed. En toen dacht ik, nu moet ik er toch maar eens wat aan gaan doen.”
B: “Dat begrijp ik. Maar toch vraag ik me af, waarom juist nu? Zoals u zegt had u deze klachten al een tijdje. Dus wat maakte dat u juist nu besloot om daar hulp voor te zoeken en niet bijvoorbeeld twee maanden geleden?”
C: “Nou, die slaapproblemen had ik al een hele tijd. Toen mijn zoon geboren werd werden de nachten nog korter. Toen had ik al een beetje het idee op mijn tandvlees te lopen. Maar toen er op mijn werk werd bezuinigd en er nog meer werk op mijn bordje kwam te liggen, toen ging bij mij het lampje uit. Toen dacht ik: dit hou ik niet meer vol. Ik moet nu hulp hebben anders stort ik echt in.”
B: “Ik begrijp het. Dus u liep al op uw tandvlees, maar de knik zat hem in het punt waarop er nog meer werk op uw bureau werd gelegd en u het idee had er niet mee om te kunnen gaan.”
In dit voorbeeld wordt duidelijk waar de knik zat. Het punt waarop er meer werk bij kwam en cliënt het idee had er niet mee te kunnen omgaan. Daar ligt dus ook het uitgangspunt voor je behandeling. Wil hij weer regisseur worden, dan zou het wel eens zo kunnen zijn dat hij gebaat zou zijn bij een handreiking hoe om te gaan met de hoeveelheid werk die hem wordt toebedeeld op zijn werk, bij een kwetsbare uitgangspositie van iemand die al slecht slaapt.
Demoralisatie
Zoals gezegd geeft het stellen van de vraag waarom iemand juist nu gekomen is, informatie over wat er veranderd is ten opzichte van de situatie die er was toen hij kennelijk nog niet hoefde te komen. Soms komen cliënten bij de intake met een waslijst aan psychische klachten, een psychiatrische voorgeschiedenis van vijftien pagina’s lang en een verzameling ingrijpende levenservaringen waar je acuut somber van wordt als je ze alleen al aanhoort. Zonder de vraag naar het ´waarom nu´ te stellen, zou je als therapeut de druk kunnen voelen een oplossing te verzinnen voor al deze problemen. Dit zorgt er niet alleen voor dat bij jou als behandelaar een stevig gevoel van demoralisatie optreedt, maar indirect ook bij je cliënt. Terwijl mogelijk al deze problemen al jaren lang een feit zijn. En de cliënt desondanks toen nog ondanks al dit erin slaagde te functioneren. Was dat niet het geval geweest, dan had hij toen al bij je in de kamer gezeten. Maar hij zit er pas nu.
Door dit te beseffen, wordt ook duidelijk dat het doel van de behandeling niet kan zijn om alle klachten op te heffen, alle trauma’s te verwerken en alle niet werkende behandelingen uit het verleden over te doen en wel tot een goed einde te brengen. Je doel is je cliënt weer terug op dat punt te brengen waar hij stond toen hij er nog wel in slaagde te functioneren, het punt vóór de knik dus. Ook al was het leven misschien ook toen wel zwaar, toen had deze cliënt nog wel regie en zelfredzaamheid. De kunst is dus met hem te onderzoeken wat nu het verschil heeft gemaakt tussen toen en nu. En wat ervoor nodig is om weer terug op dat punt te komen.
Ter illustratie wil ik je eens vragen een vragenlijst voor te stellen waarop in een getal van 0 tot 10 tot uiting komt hoeveel psychische klachten iemand heeft. Hierbij betekent 0 dat iemand klachtenvrij is, en 10 betekent de maximale hoeveelheid klachten. En stel je nu eens voor dat iemand bij je in behandeling komt die op deze schaal altijd gemiddeld een 6 zou scoren. Deze cliënt scoort nu echter een 8. Dat zijn dus behoorlijk wat klachten! Maar als je kijkt naar het uitgangspunt, dan blijkt dat hij vóór de knik op een 6 zat. En daar redelijk goed onder kon functioneren. Ga je dus proberen alle klachten op te lossen – de score op onze zelf bedachte vragenlijst naar een 0 te brengen – dan stel je een doel dat zo ver weg ligt dat het waarschijnlijk niet realistisch is. Mik je er echter op je cliënt terug in de regisseursrol te brengen, dan kun je een doel kiezen dat dichter bij huis ligt en veel beter bereikbaar is. Het doel is immers niet om het eindstation te bereiken maar om de wissel om te zetten waardoor je jezelf als therapeut zo snel mogelijk overbodig maakt.