De magie van een goede start

Zoals eerder vermeld gebeurt er in het intakegesprek iets belangrijks in de behandelkamer. De cliënt heeft mogelijk opgezien tegen dit gesprek en er begint een zekere mate van opluchting plaats te vinden wanneer het gesprek vordert en de cliënt zich op zijn gemak begint te voelen. Wanneer de behandelaar vervolgens helpt om orde te scheppen in de chaos, het bos weer zichtbaar wordt door de bomen en duidelijk wordt dat een kleine verandering misschien al voldoende is, is mijn ervaring dat de cliënt in een zekere positieve ‘flow’ komt van voorzichtig optimisme dat herstel misschien wel mogelijk is. Die flow is van cruciaal belang, die flow is het hete ijzer dat nu gesmeed kan worden. Mijn ervaring is dat dit het moment is waarop cliënten de grootste bereidheid hebben om in actie te komen, en dat moment wil ik zo goed mogelijk benutten. Dat kan als de intake op dat moment compleet is, de richting bepaald is en je je cliënt naar huis kunt sturen met een eerste opdracht. Als dit vervolgens bij het tweede gesprek een goede opdracht is gebleken, die mogelijk zelfs al enige verandering teweeg heeft gebracht, is de helft van het werk al verzet. In termen van de eerdere trein-metafoor (zie omzetten van de wissel) is de trein nu duidelijk in beweging gebracht en al een eindje op weg naar de wissel om die om te zetten en het nieuwe spoor te bereizen.
Om die reden probeer ik zoals eerder vermeld de intakefase en het opstellen van het behandelplan altijd binnen het eerste gesprek af te ronden. Dit effect is namelijk beduidend minder sterk wanneer het eerste gesprek wordt afgesloten met de boodschap dat de tijd op is, en we volgende keer verder gaan met het afmaken van de intake. De cliënt heeft nu niets anders te doen dan afwachten hoe het volgende gesprek zal gaan en de toon is gezet: het initiatief ligt bij de behandelaar, de cliënt wacht af. Alle mogelijke energie die bij de cliënt in het eerste gesprek is vrijgekomen door de opluchting over het kwijt kunnen van het verhaal, de klik met de behandelaar of de gecreëerde orde in de chaos, kan niet worden omgezet in iets substantiëels, en zal zich dus naar binnen keren – opgeteld bij alle andere naar binnen gekeerde energie die de psychische klachten in de eerste plaats heeft doen ontstaan.
Het wel of niet kunnen creëren van deze flow is naar mijn ervaring een van de belangrijkste factoren in de vraag of iemand wel of niet zal profiteren van een kortdurende behandeling. Bij het tweede gesprek is mijn opening altijd hetzelfde. Ik heet de cliënt welkom en blik terug op ons vorige gesprek.
“Je hebt me de vorige keer verteld wat de reden is dat je je hebt aangemeld. Ik was even benieuwd hoe dit gesprek voor je is geweest?”
En even later: “Zijn er nog specifieke dingen uit dit gesprek waar je over hebt nagedacht en op wil terugkomen? Bepaalde vragen die zijn blijven liggen, of dingen die je nog wilde toevoegen?”
De antwoorden op deze vragen geven mij al een aardige indicatie of ik de vorige keer de juiste snaar heb kunnen raken om de eerdergenoemde flow te creëren. Ik heb gemerkt dat iemand die reageert met de opmerking dat het een erg prettig gesprek is geweest en dat hij er al veel over had nagedacht en sindsdien al wat dingen veranderd zijn, vaak iemand is bij wie we de behandeling binnen het kortdurende traject succesvol zullen kunnen afsluiten. En soms zelfs al na minder dan vijf gesprekken. Aan de andere kant gaan bij mij alarmbellen rinkelen wanneer een cliënt reageert met een reactie in de vorm van: “Het gesprek was ok, gewoon mijn verhaal gedaan. Ik ben er na het gesprek niet zoveel meer mee bezig geweest, ik dacht ik laat het maar op me af komen.” Een dergelijke reactie geeft weer dat de cliënt de flow niet, of in elk geval nóg niet te pakken heeft. Ik probeer dan te onderzoeken wat dit veroorzaakt heeft. Heb ik wel voldoende heb kunnen aansluiten in het eerste gesprek? Voelde de cliënt zich voldoende gehoord? Hebben we wel de juiste focus gekozen? Niet zelden had een dergelijke reactie echter te maken met het feit dat de cliënt in het eerste gesprek niet compleet open is geweest, waardoor de opluchting die je zou verwachten niet kwam. In sommige gevallen is iemand gestuurd (door een partner, werkgever of een uitkeringsinstantie bijvoorbeeld). Deze persoon komt dus niet iets halen, maar die komt op bestelling per aangetekende post. We kunnen dan ook niet verwachten dat hij zonder meer vol enthousiasme aan de slag gaat met zijn behandeling.